5!!!!!
Ieder mens heeft zijn eigen symbolisme. En dat heb ik ook. Al van jongs af aan is er maar een cijfer wat bij bezig houdt. De 5. Het gezin waar ik in opgroeide bestond uit 5 personen. Mijn ouders zijn vaak verhuisd, maar geregeld kwam de 5 weer in een nummerbordje staan. Onze hand telt 5 vingers. 5 is voor mij bijna mythisch. Het is de 5 puntige ster, de pentakel waar ik waarde aan hecht. Voor mij staat het voor de 4 elementen en de 5e de mens. Maar sinds gisteren is er een nieuwe lading voor de 5.
Het begon allemaal zaterdag, toen de maandelijkse stond zich aandiende. Normaliter is dat altijd een periode van teleurstelling, van een afscheid. Elke keer als dat rode levenswater zich laat zien verlies ik een klein beetje hoop om een paar dagen later weer met frisse moed door te gaan. Hopen op wat iedereen hier het allerliefste ziet. Een gezond kindje. De doelmatige seks die al lang niet meer het karakter hebben van wat het ooit was is met spanning omgeven. Zou het dan dit keer eindelijk raak zijn? Maar zaterdagavond was het anders want de consequentie van dit vloeien bracht een ander doel met zich mee. Zo belde ik zondag ochtend voor de echo en het bloedprikken dat al dagen mij achtervolgd. Waarom onderzoeken als al duidelijk is dat het allemaal niet zoveel meer is? Dat er maar kleine kansen zijn en dat mijn geluk ik daar dan ook zeker niet op ga rekenen. De afspraak was zo gemaakt en voor we het goed en wel door hadden waren we op weg naar de kliniek. De spanning gierde door mijn lijf.
Het was ook de eerste keer dat ik in een wachtkamer zat met allemaal stellen. De spanning voelbaar bij iedereen. En ook al weet je allemaal van elkaar dat je in een zelfde soort schuitje zit worden er geen woorden gewisseld. Allerlei stellen met verschillende achtergronden met een gemeenschappelijk lijden. Zo oneerlijk. Als er vervolgens een stel binnenkomt met een klein ventje zie je duidelijk hoe iedereen er mee omgaat. De paar wrange, pijnlijke blikken van een paar mensen of het hoopvolle en liefdevolle glimlachen van een ander. Het is een duidelijk beeld dat geen uitleg hoeft te hebben. 1 Voor 1 gaan er paren weg. En voor we het weten zijn we aan de beurt. Voor het eerst wordt ik geconfronteerd met een andere medische stoel dan die van mijn eerste gynaecoloog. Een aardig en open gezicht stelt zich voor en ik voel me meteen bij haar op me gemak. Ze stelt mij vragen, of ik alles goed begrepen heb. Wat valt er niet te begrijpen? Dit onderzoek is een confrontatie, maar geen begin van een mogelijk eigen kindje. De vrouwelijke arts kijkt streng door haar zachte trekken heen. Haar kalmte ondersteunt haar wijze raad. Stapje voor stapje maant ze mij.
Het plaatsnemen in de stoel, de benen in de beugels en in de meest onvriendelijke houding lig ik daar. Ze stelt me weer gerust. ‘Voor ongelukken, trauma’s ben ik niet gebouwd’ zegt ze, ‘maar met dit natuurlijk vloeien heb ik geen probleem.’ Nou dat is dan een van ons, ik vind het verschrikkelijk om dit te moeten doen. Ik heb altijd al een hekel gehad aan mijn eigen vloeien. Mijn moeder vond mijn eerste menstruatie fantastisch. Je wordt een volwassen vrouw had ze gezegd. Ze had me een cadeau gegeven en taart gehaald, want zo stelde ze, haar moeder had haar niets verteld. Ze had het als een verschrikking ervaren en dacht dat ze erg ziek was. Mijn oma had kil geantwoord dat het normaal was, gaf haar een katoenen lap voor in de onderbroek en zei dat ze dat van nu af aan altijd kon verwachten. De weerzin die mijn moeder had opgebouwd met het handelen van mijn oma had haar doen besluiten dat zij dat anders ging doen. En op zich, die eerste keer, de eerste menstruatie was dus eigenlijk een feestje voor mij. Toch ging dat snel over tot een afgrijzen, want ik kan er niets aan doen. Ik voel me elke keer weer een vies wezen.
Op het scherm zie ik een grijze lucht waarbij er allemaal vormen zich laten zien op weg naar de schatkisten. Stap voor stap zie ik mijn binnenste als een vervaalde oude foto voor bij komen. Mijn baarmoeder en blaas als ze dan eindelijk het bloedvat vind op weg naar het kostbaarste bezit. Mijn eierstok is duidelijk niet erg aanwezig, ze wijst 1 zwart blaasje aan. Eentje maar, dat had ik wel verwacht, geen goed nieuws. De arts brengt vervolgens de echoscoop naar de tweede bloedbaan en volgt het tot de tweede schatkamer. En daar zijn er meer. Nog 4 en dus heb ik er 5, 5! Mijn enthousiasme is duidelijk aanwezig. Ik vertel over mijn nachtmerries van dat ik alleen maar een verdroogd rozijntje te zien zou krijgen. ‘Wel nee ’zegt de arts, ‘maar het is duidelijk wat voor impact het allemaal met zich mee draagt.’ Nou dat zeker. 5 Ei blaasjes, wat betekent dat? De arts legt uit dat zij geen uitspraken kan doen. Ze kijkt mij indringend aan als ze de woorden uitspreekt: het zijn er niet veel, maar ook niet weinig. Voor het eerst ratel ik niet zenuwachtig door en ik voel me ineens een winnaar. In ene is er weer een warme lichtstraal in deze koele kamer, in ene is er weer een sprankje hoop. Ze verteld dat ik nog moet bloedprikken en dat de gezamenlijke uitslag op de 21ste met dokter Cohlen het uur van de waarheid zal zijn. Wel of geen poging met eigen genetisch materiaal. Terwijl ik al bijna zeker wist dat ik daar niet meer op hoefde te rekenen. 5! Niet geen een, of maar eentje, maar 5!
Tot 21 juli denk ik niet meer aan teveel dingen, maar ben ik gelukkig, want ik ben nog niet helemaal uitgerangeerd. Okay, mijn voorraad is klein, en tja, het zal nooit een voetbalveld kunnen bevolken, maar er is er maar 1 nodig. Als ik dan thuis kom kan ik alleen nog maar één getal herhalen de hele dag door: 5!
5 Comments
Recommended Comments