Voorstelrondje
Hè ja leuk, laten we ook bij deze bespreking een voorstelrondje doen, we wederom voor de zoveelste keer mogen vertellen wie we zijn, wat we doen binnen de griffie en wat ons zoal bezighoudt in ons dagelijks leven.
Voorstelrondjes zijn niet aan mij besteed.
Nu niet en misschien wel nooit niet.
Want zal het ooit wennen?
Ik denk het niet.
Jammergenoeg ben ik deze keer ook bijna de laatste die aan bod komt, zodat alle anderen eerst vrolijk hun gang kunnen gaan.
De bewondering van de relatief onbekenden aan tafel aan wie we ons nog niet vaker hebben voorgesteld, is te lezen van hun gezicht als het gaat over de kinderen/kleinkinderen die mijn collega's hebben.
Want ja ook dit komt uiteraard aan bod. Of het nu relevant is voor het komende gesprek of niet.
Naarmate mijn beurt dichterbij komt, knijpt m'n keel dicht en beginnen m'n handen langzaamaan meer te trillen.
In m'n hoofd bedenk hoe ik m'n eigen verhaal zo mooi mogelijk kan vertellen, zonder teveel m'n achterste van m'n tong te laten zien.
Of zal ik toch maar noemen dat ik Martha Wijnia ben, inmiddels veel mis in m'n leven en ongewenst kinderloos ben?
Want ja, waarom mag het geluk wel op tafel en wordt het ongeluk vrijwel altijd vermeden...
"Uh ja, ik ben Martha Wijnia, woon in het hartje van Bolsward, heb 16 jaar bij de gemeente Bolsward gewerkt als secretaresse van het college, griffiemedewerkster/plaatvervangend griffier....,
het huilen staat me nader dan het lachen, in m'n hoofd flitst door me heen "waarvan ik 13 jaar lang geworsteld heb met het feit dat m'n zus ons in de steek gelaten heeft na het krijgen van een kindje, waarin ik 11 jaar lang heb getracht zelf een kindje op de wereld te zetten, maar wat niet gelukt is, en waarin ik een scheiding heb doorgemaakt, en helaas heeft m'n vader een half jaar terug een hartinfarct en herseninfarct gehad, wat veel energie vergt.....maar gelukkig is hij er nog....en daardoor zit ik momenteel nog midden in een vervelend proces dat rouwverwerking heet....."
De werkelijke woorden zijn (helaas) anders, want eigenlijk mag men best weten wie ik werkelijk ben en misschien kijkt men dan ook wel trots naar mij om wie ik ben en wat ik doe en vooral hoe ik het gedaan heb, maar ik heb gekozen voor het minst schokkende:
"...en ik ben gelukkig samenwonend."
Met een knik van "oké" gaat de voorstelronde verder. Geen bewondering, niks van hun gezicht af te lezen...
En ik, ik slik een paar keer de brok uit m'n keel en pak trillend, in de hoop dat niemand het ziet, m'n kopje koffie van tafel.
De vergadering kan beginnen.
6 Comments
Recommended Comments