Halve Maatregelen
Toen ik in juni kreeg te horen dat ik POF had begon voor mij een langzame weg naar een herstel. Herstel in eigenwaarde, herstel van wat mijn persoonlijke definitie van vrouwelijkheid was en uiteindelijk ook een herstel van dromen voor de toekomst. Het was wellicht meer een bijstelling van hoe ik de toekomst zag. Het gedrentel van kleine voetjes leek verder weg dan ooit. Zelfs toen ik een echoscopie kreeg en er 5 eiblaasjes de monitor kleurde vond ik het fijn om te weten dat mijn lichaam nog iets voortbracht. Maar de kinderwens was hoe dan ook ontaard in een strijd. Mijn groene ogen die niet zouden worden door gegeven leek slechts een bijzaak in de weken die volgden. En het traject van eiceldonatie leek lastiger dan dat ik ooit had gedacht.
Toen Ingmar en ik de afgelopen week terug gingen naar de kliniek was ik voorbereid op het aller ergste. Had de dokter tenslotte niet met de meest kalmste uitleg ooit voorzichtig het einde van mijn vruchtbaarheid neer gelegd aan onze voeten. De laatste weken heb ik alleen maar zeepbellen getekend en geschilderd. POF beheerste mijn hele gang van leven. Het nieuws dat mijn jaarcontract niet werd voorgezet was wel het laatste waar ik mij druk om maakte. Dus hoe raar was het dan ook dat afgelopen donderdag we werden begroet door een opgewekte dokter. ´Hebben jullie er nog over nagedacht, wat jullie willen doen?’, vroeg de dokter met een warme lach. Hebben we er nog over nagedacht. Wel, het is natuurlijk lastig om uit een emotionele rollercoaster te stappen als je net in je karretje vastgegespt over de eerste grote heuvel hangt. Het punt dat binnen een paar seconden de vrije val begint en je met een enorme vaart een baan door moet zonder te weten of er ook een looping in je verschiet ligt. Er is niet aan te ontsnappen. Het werkt door in de dromen die nachtmerries worden, het zijn de vrouwen die je spreekt in je omgeving die hun eigen verhaal vertellen en een lijden maar ook geluk delen. Hoe kan iemand daar ooit aan ontsnappen. Hoe kan je niet verwonderen ’s ochtends als je in de spiegel kijkt of het nu de kinderwens is dat je zo doet voelen of de dreigende botontkalking kwesties wat eigenlijk alleen maar een onderwerp voor mijn moeder hoort te zijn.
De ethische dilemma’s terzijde vertel ik de dokter dat Eiceldonatie de beste oplossing zou zijn, zodat ik iets kan ondervinden wat zoveel vrouwen over de hele wereld als natuurlijk of zelfs gewoon beschouwen. Ik wil zo graag weten hoe het voelt om een kindje te voelen trappen van binnen uit. Of zelfs hoe het is om dikke enkels te krijgen. Als dat dan maar datgene oplevert wat we allemaal zoeken. Geluk, verpakt in een te groot pakje. Wakker van de meest traumatische ervaring die een mens ooit in zijn hele leven kan meemaken. Een geboorte, niet alleen van een gewenst en geliefd kind, maar ook van een moeder. De dokter is natuurlijk deze ziel roerselen bespaart gebleven, maar de antwoord was duidelijk genoeg. Liever IVF proberen tegen beter weten in dan ooit te moeten afvragen wat het had kunnen zijn.
De dokter knikt begripvol en stort in ene dat ene bericht uit wat mij tot op dit moment heeft achtergelaten als een vertwijfeld mens. De bloedwaardes waren terug van de vorige test. En ze waren lager, veel lager. Zo rond de 11 meende hij. 11 FSH? Mijn hart sloeg over terwijl hij keek in zijn computer. Nee, het was zelfs lager, 9. Onder de 10 is normaal en nu was het in ene 9. Hoe kan de waarde van 20,5 naar 9 zijn gegaan in een paar maanden tijd? Ja, dat was inderdaad een betere uitslag zei hij, maar alsnog telt de hoogste waarde. O kom op dacht ik nog even. Dat is gewoon niet eerlijk. Als die 20,5 nooit was gemeten dan was het woord POF nog niet eens om de hoek komen kijken. Was er geen twijfel over de toekomst of over vervroegde overgang met alle aspecten. De rest van de gesprek ging veel langs me heen. Maar het belangrijkste galmt nog steeds na in mijn hoofd. We gaan IVF proberen. Ze geven mij de hoogste dosering van hormonen en als het dan lukt om minimaal 4 grote eiblaasjes te produceren dan mogen we de volgende stap ondernemen. Maar voordat er nog een uitleg wordt gegeven moet hij eerst nog een echoscopie doen. Dat ik net die dag ongesteld ben geworden lijkt alleen de dokter een goed moment te vinden. Net als de vorige echoscopie is het dé juiste moment om de oogst van de aankomende maand in te schatten. Terwijl ik nog zit na te denken over hormonen en andere fysieke raadsels pakt de dokter een mooi voorbeeld map vol met plaatjes over IVF en de stadia. Hormonen toedienen door prikken te geven is dan wel mijn laatste zorg. Ik ben nogal op de plaatjes gericht, maar het plaatje van de naald door mijn lichaam heen op weg naar eierstokken was nou net iets te gedetailleerd. Ook de dokter merkt dat en moet toch wel concluderen dat ik een beetje wit weg trek. Ik weet niet wat ik nou erger vind. Straks met mijn benen in de meest ongewilde pose in de beugels hangen of de gedetailleerde tekening van een naald die op weg gaat naar de heilige graal.
Als er na de uitleg de weg wordt vervolgd op weg naar de echoscopie voel ik de paniek van binnen opbouwen. Wat als er nou geen eiblaasjes te zien zijn, zou hij ons dan nog wel verder helpen? Na de ongemakkelijke houding aan te hebben genomen en de apparaat op weg gaat op zoek naar de eierstokken blijkt mijn angst onterecht. Weer is er op 1 eierstok maar een blaasje te zien. Maar op de andere zijn er maar liefst 6 andere te tellen. Het lijkt elke keer maar beter te worden. Het is een lange zit met elke keer een andere meevaller. Hoe kan alles nou in ene zo anders zijn. Hoe kan het nou dat ik in ene ‘normale’ hormoonwaardes heb en toch ook één defecte eierstok.
Terug achter zijn bureau stelt de dokter dat ik waarschijnlijk een eenzijdige POF heb. Zijn amusante glimlach laat duidelijk blijken dat er hoop gloort. Maar terwijl we terug lopen naar de auto vraag ik me nog steeds af of dit een gemene grap is of dat door mijn halve POF ik moet denken aan halve maatregelen. En zo ja, welke dan? Je hebt botontkalking of niet, maar geen halve botontkalking. Je kan 1 of misschien zelfs 2 kinderen krijgen voor de prijs van 1, maar geen halve. En toch zit ik met een halve POF. Met een halve waarheid en met een halve hoop voor de toekomst.
7 Comments
Recommended Comments